Geuren en geurmeting
Geuren bestaan uit een veelvoud van chemische verbindingen, meestal is een lage concentratie al goed te ruiken. Chemische analyse van deze verbindingen is goed mogelijk. De menselijke neus kan van sommige verbindingen zeer geringe hoeveelheden detecteren en is daarom bij geurmetingen onmisbaar.

Geurwaarneming:
ReukorgaanVariabelen in geurwaarneming zijn:

  • de geurstofconcentratie
  • de geurstofsamenstelling
  • de intensiteit van de geurwaarneming, deze hangt nauw samen met:
  • de hedonische waarde van een geur: is een geur aangenaam of onaangenaam.

Olfactocentrum
Het olfactocentrum is de plaats in de menselijke neus waar geur wordt waar genomen. De geuren worden geduid in het voorste deel van de mesnelijke hersenen: de geurinterpretatie vindt daar plaats.

Geurstofconcentratie en -samenstelling: olfactometrie
Het aantal geurmoleculen in de omgeving is objectief te meten in ppm (parts per million) of in ppb (parts per billion). MEA Techniek heeft de apparatuur om een groot aantal geuren objectief te meten onder andere mercaptanen (veel voorkomend bij o.a. slachtafval), sulfiden (groencomposteringen) en ammoniak (composteringen, veehouderijen, slibverwerkingen). Deze kennis is belangrijk bij het bestrijden van geurhinder.

Toch zegt een objectieve meting op zichzelf niet alles over de geurbeleving van mensen. Het gaat er bij stank immers om wat mensen ervan waarnemen. Om dit vast te stellen is de menselijke neus onmisbaar.
Bij de olfactometrische methode wordt een panel samengesteld van mensen met een gemiddelde geurwaarneming, die monsters van de geurende lucht waarderen. Ook maakt men gebruik van snuffelploegen.

Intensiteit van de geurwaarneming
Dit is een mensafhankelijke en subjectieve beleving. Sommige geuren kunnen in lage concentraties en intensiteit aangenaam zijn en in hoge intensiteit onaangenaam; denk bijvoorbeeld aan te overvloedige parfumering.

Hedonische waarde van een geur
Aangename geuren in erg hoge concentraties worden onaangenaam. Of een geur als aangenaam of onaangenaam wordt ervaren, hangt ook af van zijn context. Op verschillende tijden worden geuren anders gewaardeerd, denk bijvoorbeeld aan baklucht of etenslucht. Ook op verschillende plaatsen kan dezelfde geur anders gewaardeerd worden: Amerikanen houden van heel andere parfums dan de Fransen.

Hindergevoel
Het hindergevoel van individuen is afhankelijk van de geurbeleving (intensiteit, concentratie, hedonische waardering) en een aantal psychologische factoren o.a. ervaring, houding ten opzichte van de bron. Wanneer intensiteit en frequentie van geurhinder toeneemt, treedt eerst individueel hindergevoel op. Collectief hindergevoel treedt op als een bepaald deel van omwonenden of werknemers zich gehinderd voelt en zich gezamenlijk opstelt tegenover het geurprobleem.

Als mensen eenmaal weerzin tegen een geur hebben opgebouwd, is die weerzin zeer hardnekkig.
Bedrijven die eenmaal klagende buren of medewerkers hebben, moeten hun geuruitstoot enorm verlagen
om het klagen te doen stoppen.
Preventief geur bestrijden biedt dus veel voordelen. MEA Techniek beschikt over de nodige expertise en kan u hierbij van dienst zijn.

Betrouwbaarheid
Berekening van de herhaalbaarheid.
In de NVN2820 wordt voor een standaardgeuranalyse de berekening van de geometrische herhaalbaarheid (r') beschreven. Daarvoor wordt als eis r'<3 gesteld. Dit betekent dat met 95% betrouwbaarheid twee meetwaarden ten hoogste een factor drie van elkaar mogen verschillen. Op dezelfde wijze als voro standaardgeuranalyse wordt voor geuranalyses met hedonische schaal de geometrische herhaalbaarheid (rHe') bepaald. De geometrische herhaalbaarheid wordt berekend uit de gemiddelde geurconcentraties die bij een vaste hedonische waarde worden afgelezen. Bij de beoordeling hiervan moet wel worden bedacht dat de spreiding in de hedonische waarden mede wordt veroorzaakt door de spreiding in de standaardgeuranalyses.

Geurhinder
Geurhinder is subjectief. Een vieze geur zal eerder tot hinder leiden dan een lekkere geur, maar wat de een lekker vindt, kan de ander vies vinden. Hoe duidelijk en hoe vaak is de geur waarneembaar? Een gepensioneerde die graag in zijn tuin werkt, ondervindt wellicht meer geurhinder dan zijn buurman die veel van huis is. De acceptatiegrens is bovendien ook afhankelijk van de relatie met de stankveroorzaker. En niet iedereen heeft een gevoelige neus.
Duidelijk zal zijn dat het omslagpunt waarbij een geur in de woonomgeving tot hinder leidt, persoonsgebonden is en van veel factoren afhangt. De factoren zijn in te delen in de volgende groepen:

  • omgevingsfactoren;
  • de karakteristieke eigenschappen van de geur;
  • de geurbelasting.

Tot de groep van de omgevingsfactoren behoren alle factoren die niets van doen hebben met de geur, zoals de samestelling van bevolking en de raltie tussen bedrijf en omwonenden.
Een karakteristieke eigenschap van een geur is bijvoorbeeld de relatie tussen de geurconcentratie en de beleving van de geur. Sommige geuren worden bij relatief hoge concentraties als "mild" ervaren, terwijl andere geuren al bij lage concentraties "scherp" [red.: hinderlijk c.q. onaangenaam] worden gevonden. De term geurbelasting omvat zowel de blootstellingsconcentratie als de blootstellingsduur.

Samenvatting: Effecten van geurbestrijding zijn objectief vast te stellen door olfactometrie (=geurmeting).

Deze website maakt gebruik van cookies. Klik op akkoord om door te gaan met het bekijken van deze website.