In de geurbestrijding- en afgasreinigingsbranche is nogal wat jargon in gebruik. Ook op deze website ontkomen we er niet aan om jargon te gebruiken. Op deze pagina treft u een heldere uitleg van ons vakjargon.

Aanvaardbaar hinderniveau
Onderdeel van het acceptabel hinderniveau (milieuhygiënische indicatie), waarbij nog geen rekening is gehouden met technische, financiële, sociaal-economische en planologische aspecten. Het hinderniveau dat aanvaardbaar is, is niet hetzelfde als het acceptabel hinderniveau. In feite betreft het objectieve gegevens die door een Adviesbureau kunnen worden aangeleverd. (Wat is de emissie vóór en ná de maatregel? Welke hinder is daarbij te verwachten?).

Acceptabel hinderniveau
Het acceptabel hinderniveau bestaat enerzijds uit een milieuhygiënische indicatie, kwalificatie en/of kwantificering van de mate van hinder. Anderzijds bestaat deze uit een overweging of beoordeling wat acceptabel is op basis van deze mate van hinder, de lokale situatie waarin onder meer planologische, sociaal-economische en bedrijfseconomische aspecten een rol spelen.

Constante uitworp
Nauwelijks of geen schommeling van de momentane bronsterkte Q binnen de periode van een emissie-uur (bij constante uitworp is per definitie: uurfractie f=1).

Continue emissie
Emissie met een zekere uurgemiddelde bronsterkte B gedurende de volledige jaarperiode (bij continue emissie is per definitie: jaarfractie f=1).

Discontinue emissies
Emissies met een zekere uurgemiddelde bronsterkte B gedurende slechts een gedeelte van de jaarperiode. De periode van 1 jaar is van belang, omdat bij de berekening van de imissiesituatie wordt uitgegaan van de tijdsperiode van 1 jaar (bij discontinue emissie is per definitie: jaarfractie f<1).

Diffuse bron
Een niet-gekanaliseerde emissie, niet zijnde een oppervlaktebron.

Fluctuerende uitworp
Aanzienlijke schommeling van de momentane bronsterkte Q binnen de periode van een emissie-uur. De periode van 1 uur is van belang omdat bij de toetsing van de immisiesituatie in het algemeen wordt uitgegaan van uurgemiddelde situaties (bij fluctuerende uitworp is per definitie: uurfractie f<1).

Geur
Geur is de eigenschap van een stof om met behulp van zintuigen in de neus te worden waargenomen. Deze eigenschap uit zich zowel bij zuivere stoffen als mengsels van stoffen.

Geurconcentratie
De concentratie van geurveroorzakende stoffen in lucht, uitgedrukt in geureenheden per m3 (ge/m3). Per definitie is 1 ge/m3 de concentratie die door 50% van een panel onderscheiden wordt van de achtergrond geur.

Geurdrempel
Die concentratie van een stof of van een mengsel van stoffen die door de helft van een groep waarnemers (panel) wordt onderscheiden van geurvrije lucht. De geurdrempel komt per definitie overeen met een geurconcentratie van 1 geureenheid per m3.

Geureenheid (ge)
Eén geureenheid is een dusdanige hoeveelheid van een gasvormige stof of mengsel van stoffen die, verdeeld in 1 m3 geurvrije lucht, door de helft van een panel van waarnemers wordt onderscheiden van geurvrije lucht.

Geurhinder
Hinder is het cummulatieve resultaat van herhaalde stankverstoring dat zich laat kenmerken door gewijzigd gedrag of gedragsaanpassing. Dit gedrag kan actief zijn (klagen, ramen sluiten, minder in de tuin zitten) of passief (gesignaleerd door bijvoorbeeld afwijkende beantwoording van enquetes en interviews). Geurhinder kan leiden tot een aantasting van welbevinden waardoor ons welzijn negatief wordt beïnvloed. Geurhinder treedt op als mensen een geur, die ze in hun leefomgeving (woon, werk, recreatie) waarnemen:

  • als onaangenaam beoordelen, en
  • als de waarneming meerdere malen plaatsvindt, en
  • als ze zich aan de waarneming niet gemakkelijk kunnen onttrekken, en
  • als ze de betreffende geur beschouwen als een negatieve invloed op hun welbevinden.

Geurhinderpotentieel
Hinderpotentieel is het kenmerk van een blootstellingsituatie, waarmee de mate van de te verwachten hinder (en eventuele overlast) kan worden gekenmerkt. Dit is een functie van zowel de attributen van de in de atmosfeer gebrachte geur, de (dynamiek van) blootstelling, en de kenmerken van de betreffende blootgestelde populatie.

Geuroverlast
Er is sprake van overlast als de hinder zulke vormen heeft aangenomen dat ze niet meer getolereerd hoeft te worden. Geuroverlast treedt op wanneer geurhinder van dien aard is dat er sprake is van aantasting van het welbevinden en het welzijn, die vraagt om beheersing van de overheid.

Stankinmissie
Het optreden van geurinmissie bij een receptorpunt tengevolge van een nabije emissiebron. Bij inmissie van stank gaat het dus om de hoeveelheid stank die terecht komt bij degenen die de stankhinder ervaren.

Immissieconcentratie
Concentratie op leefniveau.

Intensiteit (van de geur)
De sterkte (intensiteit) van een geurwaarneming ten gevolge van een geurprikkel.

Kalibreren
Het door middel van paralelle, afzonderlijke metingen bepalen van de afwijking van meetapparatuur, gebruikmakend van een gestandaardiseerde meetmethode.
Leef- en woonomgeving Woonbebouwing, ziekenhuizen, verpleeghuizen, dagverblijven en objecten voor dag- en verblijfsrecreatie (bungalowpark, camping enz.).

NKO/STERIN/STERLAB
De geëigende instantie voor controle en naleving van het meten van geur volgens de Ontwerp NVN 2820.

Olfactometer
Verdunningsapparaat voor het presenteren van geur aan een panel van waarnemers.

Olfactometrie
Methode voor het analyseren van geur met behulp van een olfactometer.

Oppervlakte bron
Een niet-gekanaliseerde emissie afkomstig van een bron met een relatief groot oppervlak.

Panellid
Een panellid is een persoon, gekwalificeerd voor het doen van geurmetingen.

Percentiel
De percentielwaarde geeft het percentage van de tijd aan, dat een zekere concentratie (uurgemiddelde) niet wordt overschreden.

Puntbron
Een gefixeerd punt van gekanaliseerde, en daarmee in principe kwantificeerbare, emissies.

Snuffeleenheid (se)
Een concentratie van 1 se/m3 is per definitie de geurconcentratie op de snuffelgrens.

Snuffelgrens
De snuffelgrens of snuffelafstand ligt op die plaats in het veld, waar de helft van een snuffelploeg de geur van een bron ten minste eenmaal heft waargenomen.

Stank
Een als hinderlijk ervaren geur.

Stankbron
Een stankbron is een bron die leidt tot geurhinder. Willen bronnen geurhinder veroorzaken dan dienen ze een zekere bronsterkte te hebben.

Stankpotentieel
Stankpotentieel is het vermogen van een specifieke geur om bij waarneembare blootstelling in het milieu een negatieve cognitieve beoordeling op te wekken, die de noodzaak tot verwerking oproept. Het is een eigenschap van een geur die stankverstoring, geurhinder of overlast kan veroorzaken. Stankpotentieel geeft een indicatie van de mate waarin een bepaalde geur stankverstoring teweeg kan brengen bij (intermitterende) blootstelling, gedurende een lange periode, aan zwak tot duidelijk waarneembare concentraties van die geur in de leefomgeving, in vergelijking tot andere geuren.

Z-score
De Z-score is een in de statistiek gebruikelijke parameter om de standaard-normaal verdeling op ene lineaire schaal te brengen. Ze leidt er ondermeer toe dat een lineaire relatie ontstaat in een cumulatieve normale (=Gauss) verdeling. Voor de transformatie van Z-scores naar percentages (en omgekeerd) zijn tabellen ontwikkeld.

Deze website maakt gebruik van cookies. Klik op akkoord om door te gaan met het bekijken van deze website.